In de recenste uitgave van vakblad Pallium staat een interview met verpleegkundig specialist oncologie en palliatieve zorg Sylvia Verhage. Ze werkt in het Jeroen Boschziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch.
In het tijdschrift krijgt ze onder meer de vraag voorgelegd of ziekenhuizen genoeg aandacht geven aan palliatieve zorg.
“In het ziekenhuis waarin ik werk wel. We hebben al een kleine tien jaar een Palliatief Advies Team, dat goed draait. In het digitale patiëntendossier dat wij gebruiken is ook ruimte voor een palliatief dossier, waarvan het Zorgpad Stervensfase dan weer een onderdeel is. Daardoor is proactieve zorgplanning in ons ziekenhuis geen loze kreet. Zo’n adviesteam én het bestaan van een palliatief dossier zijn twee belangrijke pijlers voor palliatieve ziekenhuiszorg. Wat ons ziekenhuis – in positieve zin – misschien nog doet onderscheiden van vele andere ziekenhuizen, is dat de Raad van Bestuur dit jaar expliciet uitgesproken heeft dat de zorg in de laatste levensjaren van onze patiënten aandacht moet krijgen. Let wel: levensjáren, dus niet de laatste levensfase, die vooral aan het sterven gekoppeld kunnen worden. De Raad van Bestuur kijkt breder en wil een focus op een langere tijd. Die woorden krijgen duidelijk inhoud, want dank zij dit standpunt is er een internist-oncoloog als projectleider aangewezen die deze wens concreet handen en voeten geeft, onder meer door het begrip pro-actieve zorgplanning onder medisch-specialisten onder de aandacht te brengen. Er is bij voorbeeld ook een structurele scholing over palliatieve zorg voor onze arts-assistenten opgestart. Wij kunnen – binnen de palliatieve wereld – allemaal vinden dat palliatieve zorg ‘gewone zorg’ is, en dat zorgverleners het dus moeten kunnen verlenen aan tal van patiëntengroepen. Niet alleen oncologische patiënten, maar ook mensen met hartfalen, COPD of neurologische ziekten. Of patiënten die gedialyseerd worden. Tegelijkertijd weten we ook dat palliatieve zorg in bepaalde delen van de gehele gezondheidszorg nog minder diep geland is dan zou kunnen. Daar richt het ziekenhuis zich nu op met specifieke projecten. Om een mooi voorbeeld te noemen: de verpleegkundig specialisten hartfalen gaan bij poliklinische patiënten aandacht besteden aan palliatieve zorg. Dat betekent dus dat ze nu eerder het gesprek gaan voeren met patiënten over hun verwachtingen, wensen en beslissingen rondom het levenseinde, als onderdeel van die pro-actieve zorgplanning. En omdat die informatie in het gangbare patiëntendossier is opgenomen, kan ook iedere zorgprofessional erover beschikken. Dat is van grote waarde voor de continuïteit van de zorg.”
Dit kan bij deze doelgroep ook een nuttige bijdrage leveren aan een vloeiend verloop tussen curatieve en palliatieve zorg.
“Precies. Wat dat betreft hebben afdelingen oncologie het makkelijker dan afdelingen cardiologie of longziekten. Bij oncologie is die scheidslijn tussen curatieve en palliatieve zorg best helder: als er sprake is van een gemetastaseerde ziekte verandert het doel van de behandeling van curatie naar palliatie. Rondom hartfalen of COPD is die scheidslijn een stuk lastiger aan te geven. “Ik sprak tijdens een consult een man met COPD GOLD IV en hij zei bij de kennismaking dat hij een ‘draaideurpatiënt’ was. Veel mensen die aan orgaanfalen lijden worden zo’n draaideurpatiënt. Tijdens een exacerbatie komen zij in het ziekenhuis, ze worden behandeld en vervolgens gaan ze weer naar huis. Daar is het in feite wachten op de volgende aanval. Maar wanneer komt de laatste? Dat weet je nooit. Het is bij deze groep patiënten van belang om zo vroeg mogelijk hun wensen en gedachten over de toekomstige zorg in kaart te brengen. Dat kunnen verpleegkundig specialisten doen, maar eigenlijk geldt dat voor alle zorgprofessionals om hen heen. Ook de huisartsen. Dergelijke gesprekken leveren waardevolle gesprekken en informatie op, die voor een betere kwaliteit van leven én tot een betere kwaliteit van zorg leiden, omdat de zorg nu makkelijker dan voorheen kan aansluiten op de wensen van die individuele patiënt.”
Het ziekenhuis heeft qua palliatieve zorg een nuttige inhaalslag gemaakt?
“Ja, dat kun je wel zeggen. Als ik de afgelopen decennia overzie, denk ik dat de eerste lijn de verbeteringen als eerste heeft opgepakt. Maar nu maken ziekenhuizen duidelijke sprongen.”
Verder in dit nummer van Pallium artikelen over onder meer vroegtijdige zorgplanning, nierfalen en De Muzikale Ontmoeting.
Geef een reactie