Dinsdagavond 6 april is bij scholingsorganisatie Carend een webinar over palliatieve sedatie te volgen. De kosten bedragen 49 euro.
Binnenkort verschijnt de derde versie van de richtlijn Palliatieve sedatie. Deze vervangt de richtlijn uit 2009. In het webinar bespreken internist-oncoloog Sabine Netters en longarts Sander de Hosson deze nieuwe richtlijn en geven zij achtergrondinformatie over palliatieve sedatie. Aanmelding hiervoor is mogelijk op de website van Carend.
Palliatieve sedatie, als manier om ondraaglijk lijden op het sterfbed te voorkomen, komt steeds meer voor. Het percentage palliatieve sedaties van alle sterfgevallen is de afgelopen tijd opgelopen van 8 (2005) naar 12 (2010) naar 18 procent (2015). Eind dit jaar verschijnen de resultaten van een onderzoek dat antwoord moet geven op de vraag waarom dat percentage zo snel zo enorm is toegenomen. Expert palliatieve zorg Rob Bruntink, die in 2009 een boek over palliatieve sedatie publiceerde, rekende recent voor dat inmiddels één op de drie sterfbedden in een palliatieve sedatie eindigt.
Hulpverleners die palliatieve zorg verlenen kijken al jaren reikhalzend uit naar de nieuwe richtlijn. Hoewel het eerste overleg daarover al in 2013 begon, duurde het nog zo’n zes jaar voordat duidelijk was wie de commissie zou bemensen die de nieuwe richtlijn zou gaan schrijven. Was de tweede versie onder auspiciën van artsenfederatie KNMG door deskundigen op gebied van palliatieve zorg geschreven, bij de nieuwe richtlijn is een vertegenwoordiging vanuit diverse werkvelden en medische specialismen voorop gesteld. KNMG geeft de richtlijn uit samen met IKNL, de drijvende kracht achter tientallen andere palliatieve richtlijnen.
Tuitjenhorn
Een recente conceptversie van de nieuwe richtlijn laat tal van veranderingen zien in vergelijking met de richtlijn uit 2009. Zo is er meer aandacht voor het stoppen van de kunstmatige toediening van vocht en voeding en staan de samenstellers van de richtlijn uitgebreider stil bij palliatieve sedaties in acute situaties. Dit zal vooral te danken zijn aan de gebeurtenissen rondom ‘Tuitjenhorn’. Midazolam blijft het middel van eerste keus, maar daar kan levomepromazine in bepaalde situaties (bij bijvoorbeeld delier, pijn en misselijkheid/braken) aan worden toegevoegd. Levomepromazine blijft ook een rol houden in de tweede stap van het medicatieschema.
Existentieel lijden
Ook de consultatieteams palliatieve zorg krijgen meer aandacht. Vaker dan eerst adviseren de samenstellers deze teams in te schakelen als dokters nog wat onbekend zijn met palliatieve sedatie. Het belang van vroegtijdige voorlichting aan patiënten en naasten, zowel over palliatieve sedatie als over het stervensproces in brede zin, wordt meer dan eerst benadrukt, net als de indicatiestelling voor palliatieve sedatie bij existentieel lijden. Hierbij adviseren de samenstellers overigens wel om te allen tijde een deskundige erbij te halen (consulent palliatieve zorg of geestelijk verzorger), om behandelbare angst- en stemmingsstoornissen uit te sluiten.
Annelies zegt
Fijn dat Sander de Hosson hier bij zit. Echt een autoriteit op dit gebied.
Kijk uit naar de nieuwe richtlijn en ons palliatief team is zeer actief in ons ziekenhuis
Monique zegt
Hallo,
Is dit webinar over de nieuwe richtlijn palliatieve sedatie nog terug te zien? Helaas zag ik zojuist pas dat ik dit miste.
Of is de nieuwe richtlijn binnenkort op Pallialine in te zien?
Ben benieuwd naar de belangrijkste conclusies!
Ingrid zegt
Is deze webinar nog terug te zien?
José Maas VPK PZ in de wijk zegt
In de wijk zien we inderdaad dat palliatieve sedatie steeds vaker wordt ingezet, soms lijkt t wel alsof ‘gewoon’ sterven niet meer voor -kan? mag?- komen. Met betrekking tot voorlichting: Er bestaat vooral bij client en familie veel verwarring met euthanasie en over wanneer en wie beslist. Het is een uitdaging om het waarom en wanneer sederen helder te verwoorden en daarbij ook de angst voor sterven te onderzoeken. Ik kan me goed vinden in het advies om te sparren met een arts of verpleegkundig specialist PZ zeker bij minder standaard zorgsituaties of weinig ervaring over hoe te starten en gelijk anticiperend beleid af te spreken.