Nieuw nummer consultatieteams Noord-Brabant en -Limburg
Vanwege een reorganisatie van de palliatieve consultatieteams in Noord-Brabant en Noord-Limburg zijn de adviesteams sinds 1 januari bereikbaar onder een nieuw nummer: 0900-2971616. De bereikbaarheid is verruimd naar zeven dagen per week, van 08.00 tot 20.00 uur.
Bij de zorg voor patiënten in de palliatieve fase kunnen artsen en verpleegkundigen voor complexe problemen komen te staan. Sinds 2004 bestaat er de mogelijkheid om kosteloos advies te krijgen van experts van de palliatieve adviesteams (of helpdesk palliatieve zorg) om problemen op te lossen, maar vooral om problemen te voorkomen.
De regionale palliatieve adviesteams bestaan uit gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen werkzaam in hospices, ziekenhuizen, verpleeghuizen en eerste lijn. Zij worden indien noodzakelijk of gewenst, bijgestaan door experts buiten het team, zoals specialisten, apothekers, geestelijk verzorgers en artsen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijk beperking.
Artsen en verpleegkundigen kunnen bij de adviesteams terecht voor vragen over diverse aspecten van zorg voor patiënten die niet meer curatief te behandelen zijn. Bijvoorbeeld pijn, verwardheid en misselijkheid, maar ook sociaal emotionele en spirituele ondersteuning en voor praktische zaken zoals het regelen van een infusie pomp of de inzet van gespecialiseerde thuiszorg. Tevens kan ruggespraak worden gehouden over palliatieve sedatie.
Beantwoorden levensvragen voorkomt zorg
Tijd en ruimte maken om naar ouderen te luisteren die met levensvragen worstelen, kan voorkomen dat die ouderen afhankelijk worden van zorg. Dat zegt een medewerkster van stichting Zingeving op Maat in dagblad Trouw.
Volgens Zingeving op Maat staan mensen die met levensvragen geholpen worden sterker in het leven dan wanneer dit niet gebeurt. De relatie tussen levensvragen en het beroep doen van ouderen op de thuiszorg kwam aan de orde tijdens een congres in Bilthoven. Daar werd tevens een website gelanceerd waar vrijwilligers en professionals hun verhalen kwijt kunnen over hoe ouderen geestelijk ondersteund kunnen worden. De site wordt onder meer gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Actiz, de branche-organisatie van zorginstellingen.
Richtlijn sedatie onvoldoende bekend
De richtlijn palliatieve sedatie van de KNMG wordt onvoldoende nageleefd. Dit blijkt uit onderzoek van verpleegkundige Frank Oosterveer, die de resultaten onlangs tijdens een symposium op het VU Medisch Centrum in Amsterdam presenteerde.
Oosterveer onderzocht hoezeer artsen van de afdeling longziekten in het VUmc de KNMG-richtlijn naleven.Wat in vergelijking met de periode vóór het bestaan van de richtlijn (december 2005) opviel, was dat de artsen vaker de middelen van eerste keuze voor sedatie voorschreven (dormicum bij voorbeeld) en minder vaak morfine (een pijnbestrijder). De artsenstatussen gaven echter geen blijk van betere documentatie na lancering van de richtlijn, terwijl dat voor de zorgcontinuïteit van wezenlijk belang is, benadrukt Oosterveer. `Als `s morgens een zoon door arts A te woord is gestaan, dan moet de dochter `s avonds van arts B hetzelfde verhaal te horen krijgen. En dat geldt ook voor verpleegkundige C en D. In alle gevallen moeten behandelaars en verzorgenden van elkaars medisch handelen en zorgen op de hoogte zijn.` Oosterveer trekt als belangrijke conclusie uit zijn onderzoek, dat artsen niet voldoende op de hoogte zijn van de richtlijn.
Wereldlichtjesdag op 14 december
Ieder jaar, op de tweede zondag van december, is het Worldwide Candle Lighting Day. Op die dag steken mensen overal op aarde om 19.00 uur kaarsjes aan ter nagedachtenis aan overleden kinderen. Dit jaar is dat op 14 december.
Door overal in de wereld vanaf 7 uur ’s avonds een uur lang een kaarsje te laten branden, wordt een wave van kaarslicht over de aardbol gecreëerd, omdat het van de ene tijdzone overgaat naar de andere. Aan het initiatief, oorspronkelijk afkomstig uit de Verenigde Staten en gestart in 1997, deden vorig jaar 21 landen mee.
In diverse landen worden speciale bijeenkomsten gehouden rondom de Wereldlichtjesdag. Overal wordt stilgestaan bij overleden kinderen van alle leeftijden. Het gaat niet specifiek over kinderen die door een ziekte zijn overleden. Ook kinderen die door andere oorzaken zijn overleden worden herdacht.
Voor meer informatie, zie www.compassionatefriends.org.
Folder over opioïdrotatie
Bij consultatieteams palliatieve zorg komen veel vragen van artsen binnen over het wisselen van (de toedieningsweg van) opioïden, zoals morfine. Het Integraal Kankercentrum Amsterdam maakte er een folder over.
Wisseling van opioïde of de toedieningsweg ervan kan nodig zijn als de patiënt bij voorbeeld niet meer kan slikken. Of als de bijwerkingen van het opioïd dat gebruikt wordt onacceptabel zijn. Of simpelweg als het opioïd geen voldoende effect meer heeft.
Om dan over te stappen naar een ander opioïd is niet eenvoudig. In de folder die het Integraal Kankercentrum Amsterdam maakte, staat daarom een helder omrekenschema. Daarmee kan in één oogopslag de dosering bekeken worden die nodig is, om bij voorbeeld van morfine naar fentanyl of oxycodon te switchen.
Voor meer informatie: ika@ikca.nl. De Helpdesk Palliatieve Zorg Amsterdam is van 9-19 uur bereikbaar via 0900-2021745.
Symposium Stichting Pal in Ede
De Stichting Pal (Palliatieve zorg voor kinderen) houdt op 5 februari in Ede het symposium ´Ernstig zieke kinderen en hun ouders: wie en hoe geef je aandacht?`.
Zorgverleners die te maken hebben met kinderen die niet meer beter kunnen worden, zijn vaak sterk gemotiveerd om de best mogelijke zorg te geven. Maar hoe doe je dat? Hoe ga je met hen om? En met hun ouders? Het symposium dat Stichting Pal op 5 februari houdt, gaat o.a. op deze vragen in. In het programma, dat van 13 tot 17 uur loopt, zijn diverse sprekers, waaronder onderzoekster Marijke Kars, kinderarts Paul Brand en de Gentse hoogleraar Yves Benoit.
Voor meer informatie, zie www.kinderpalliatief.nl.
Plan voor uniek centrum in Rotterdam
De Stichting Roparun wil volgend jaar in Rotterdam starten met de bouw van het Roparun Centrum Rijnmond. In het Centrum worden tal van voorzieningen voor mensen met kanker gebundeld, van bibliotheek tot sauna, en van kapper tot inloophuis.
De Stichting Roparun is vooral bekend van de jaarlijkse sponsor-marathonloop, van Parijs naar Rotterdam. De opbrengst van de sponsorloop gaat steevast naar projecten en initiatieven die voor mensen met kanker en hun naasten zijn bedoeld. ‘Wanneer je geconfronteerd wordt met de ziekte kanker, blijkt er een steeds grotere behoefte aan palliatieve zorg te zijn’, schrijft het bestuur op de website www.roparun.nl. ‘Het gaat daarbij niet om de medische zorg; die wordt namelijk in het ziekenhuis gegeven, maar om de zorg die erop is gericht in dergelijke situaties de kwaliteit van leven te verbeteren. Het gaat dan vaak om hele praktische dingen zowel op lichamelijk als ook op psychisch en sociaal gebied.’
Om patiënten een totaalpakket aan voorzieningen te kunnen bieden wordt vooralsnog gedacht aan :
– Familiehuis Daniel den Hoed
– Inloophuis voor eerste opvang en lotgenotencontact (De Boei)
– Stilteruimte
– Bibliotheek & kenniscentrum
– Sportschool en sauna
– Schoonheidssalon & kapsalon
– Atelier voor haarwerken & protheses
– Kleding- en lingeriewinkel
– Reisbureau
– Restaurant & bar
– Theater annex conferentiezalen
Idealiter wordt een lokatie gevonden in de nabijheid van het Erasmus MC. Het streven is om uiterlijk medio 2009 een definitieve locatiekeuze te hebben gemaakt. Op dat moment kan worden gestart met het uitwerken van het plan om zo uiteindelijk te realiseren dat het centrum in 2013 haar deuren kan openen.
Koningin opent palliatief centrum Cadenza in Rotterdam
Koningin Beatrix opent dinsdagmiddag 18 november het regionaal palliatief centrum Cadenza in IJsselmonde (Rotterdam). Ook staatssecretaris Jet Bussemaker van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is bij het bezoek aanwezig.
Cadenza is een nieuwe voorziening voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. “Het is van belang deze mensen in een zo vroeg mogelijk stadium de juiste zorg en ondersteuning krijgen. Daarom kunnen mensen in Cadenza niet alleen terecht voor het doorbrengen van de laatste weken, maar juist ook in een veel eerder stadium”, zegt locatiemanager Marieke Paalvast.
Cadenza heeft 18 zeer comfortabele éénpersoonskamers voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en in de laatste levensfase niet meer thuis of in het ziekenhuis kunnen/willen verblijven. Daarnaast is er een inloopcentrum waar zij – nog ver voordat een opname aan de orde is – met hun vragen terecht kunnen, waar lezingen gehouden worden, waar zij lotgenoten kunnen ontmoeten of gezamenlijk activiteiten kunnen ondernemen. Ook kunnen zij terecht voor medische zorg op de dagbehandeling of polikliniek. Dit zal in samenwerking met ziekenhuizen en huisartsen uit de omgeving worden georganiseerd.
Cadenza is onderdeel van de zorgorganisatie Laurens. Laurens loopt al jaren voorop in de ontwikkeling van palliatieve zorg. Zo is verpleeghuis Laurens Antonius IJsselmonde al dertig jaar een pionier op dit gebied. De kennis, kunde en ervaring die de afgelopen jaren zijn opgebouwd, worden nu gebundeld en verder ontwikkeld in dit nieuwe en voor Nederland unieke centrum.
Stichting Ambulance Wens op tv
Aanstaande zondagavond zendt Kruispunt een documentaire uit over de Stichting Ambulance Wens.
De uitzending begint om 22.54. In de documentaire wordt het werk gevolgd van Kees Veldboer, ambulancechauffeur van de Stichting. De Stichting probeert laatste wensen van stervenden te realiseren. In de uitzending is te zien hoe iemand `nog één keer` naar de haven gaat waar hij jarenlang gewerkt heeft, en hoe iemand naar een concert van Blof gaat.
Voor meer informatie, zie www.ambulancewens.nl.
De dood nog steeds een groot taboe
Een verrassing kun je het niet noemen, maar de dood is nog steeds een groot taboe in Nederland. Dit concludeert onderzoeksbureau Kaski, dat in opdracht van de KRO 500 Nederlanders ondervroeg.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt onder meer dat vier van de vijf Nederlanders (82%) de wensen rondom een eigen uitvaart niet op papier heeft gezet. Twee van de drie Nederlanders (64%) heeft de eigen dood en het afscheid daarna niet met dierbaren besproken. En twee van de drie (65%) bezoekt zelden of nooit het graf of de gedenkplaats van de dierbaren. Deze resultaten wijzen volgens de onderzoekers op het bestaan van een taboe. De resultaten werden op 2 november in het KRO-programma ‘Ode aan de doden’ gepresenteerd. Het onderzoek werd gedaan in samenwerking met de Koninklijke Facultatieve uit Den Haag
Uit het onderzoek bleek dat ruim eenderde van de Nederlanders (36%) in een leven na de dood gelooft. Dat betekent een daling ten opzichte van twee (2006) en twaalf jaar geleden (1996). Toen geloofde nog 40% en 45% in een leven na de dood. Op de vraag wat dat leven na de dood inhoudt, wint het voortbestaan van geest/ziel (21%) het van de hemel (16%). Kerkelijke Nederlanders (katholieken 46% en protestanten 55%) geloven meer in een leven na de dood dan onkerkelijke Nederlanders (19%) en denken bij leven na de dood vooral aan de hemel.
De onderzochte Nederlanders is ook gevraagd of zij de aanwezigheid van overleden dierbaren soms ervaren. Ruim een kwart doet dat. Bijna de helft (45%) praat hardop of in gedachten met overleden dierbaren. Vrouwen ervaren vaker de aanwezigheid van een dode en praten ook frequenter tegen hun dierbare overledene dan mannen. Eenderde denkt dat overleden dierbaren ons kunnen zien en weten wat we meemaken. Vrouwen stemmen daar wederom vaker mee in.
November-nummer van Relevant verschenen
Femke Halsema, fractieleider van GroenLinks, staat in het recent verschenen nummer van Relevant.
In het interview praat ze onder meer over euthanasie voor dementerenden (`Ik begrijp de terughoudendheid van artsen`) en psychiatrische patiënten (`Niet iedereen herstelt van een depressie`). Verder is er in het blad aandacht voor de documentaire Vergeet mij niet, die op maandag 10 november wordt uitgezonden door de NCRV. Een dag later vindt er in De Rode Hoed in Amsterdam een discussie plaats over de thematiek van de film, – euthanasie bij een beginnend Alzheimer-patiënt.
“Euthanasie normaal medisch handelen”
Euthanasie moet gezien worden als normaal medisch handelen, in plaats van bijzonder medisch handelen. Dit zei John Bos, voorzitter van de artsencommissie van de NVVE, tijdens het afscheidssymposium Sterven kan beter! van NVVE-directeur Rob Jonquière.
Euthanasie wordt nu als bijzonder medisch handelen gezien. Een arts kan daardoor niet tot een uitvoering van euthanasie verplicht worden. Volgens John Bos, gepensioneerd oncologisch chirurg, moet dat veranderen. “In deze tijd weet iedereen die aan een artsenopleiding begint dat hem of haar een verzoek om euthanasie kan worden gedaan. Als je denkt dat je dat niet kunt, moet je geen arts worden. Of je moet ergens gaan werken waarvan je zeker weet dat het verzoek om euthanasie nooit gedaan wordt.”
Tijdens het afscheidssymposium, dat 29 oktober in Amsterdam werd gehouden, werd gesuggereerd de uitvoering van euthanasie te koppelen aan een geselecteerde artsengroep. Bij voorbeeld ‘zij die het in zich hebben om aan deze hulpvraag te voldoen’. Of: alleen aan de huisartsen. Bos was daartegen: “Euthanasie moet door alle medische disciplines uitgevoerd kunnen worden.”
Diverse sprekers loofden de rol van Jonquière, die de afgelopen 9 jaar directeur was. Voormalig minister van Volksgezondheid Els Borst noemde hem ‘de juiste man op de juiste plaats’. Kort nadat Jonquière aantrad – in 1999 – diende het kabinet het wetsontwerp in bij de Tweede Kamer, dat de legalisatie van euthanasie zou moeten regelen. In 2002 was het zover. “Het was een spannende tijd”, memoreerde ze. “Voor het proces was het cruciaal hoe de NVVE zich zou opstellen. Maar Rob Jonquière deed het erg goed, zonder tegenstanders te kwetsen en met begrip voor de gevoeligheden die er lagen.”
`Sterftaks` gaat vanaf 2010 fors omlaag
Nabestaanden gaan vanaf 2010 minder belasting betalen over erfenissen en schenkingen. Dit maakte staatssecretaris De Jager van het ministerie van financiën vrijdag bekend.
Mensen van wie de partner overlijdt hoeven momenteel over de eerste (ruim) half miljoen euro geen belasting te betalen. De Jager wil deze erfvrijstelling met ongeveer een ton verhogen. Voor kinderen wil de staatssecretaris dit bedrag van ruim 10.000 naar 19.000 euro ophogen. Ook andere verwanten, zoals neven, nichten of vrienden, gaan minder belasting betalen. Het percentage successierechten – nu 41 of 68 procent – wil De Jager verlagen naar 30 en 40 procent.
De ministerraad heeft afgelopen vrijdag met de voorstellen van De Jager ingestemd. Door het verhogen van de vrijstellingen zullen minder mensen successiebelasting hoeven te betalen. In totaal zullen nog maar 500 partners per jaar deze belasting hoeven te betalen, schat het ministerie van financiën in. Bovendien neemt door dit plan het aantal kinderen dat successiebelasting betaalt met een kwart af.
Schoolproject over verlies wint Els Borstprijs 2008
Het project ‘De Levensjas’ heeft de Els Borstprijs 2008 gewonnen. De Levensjas is een programma voor basisscholen en leert kinderen na te denken en om te gaan met verlies.
Het project is een initiatief van het Netwerk palliatieve zorg Noord- en Oost-Flevoland. Het wordt uitgevoerd door leerkracht/pastor Liesbeth Winters-Jonas. In een voorstelling vertelt zij via de levensjas – een jas van verschillende rode kleuren, met verborgen zakjes – over het leven met zijn vele facetten. De kleuren van de jas staan symbool voor de verschillende fasen in het leven. Het leven kan lang zijn, maar ook kort. Het leven is spannend en kent veel verrassingen (verborgen zakjes).
De kinderen, maar ook de ouders en leerkrachten, worden uitgenodigd om eigen ervaringen te delen. ‘De levensjas’ laat kinderen op deze manier ervaringen verwerken op hun eigen natuurlijke manier.
Kinderen die ‘de levensjas’ gaan beleven vertrekken niet met lege handen. De
kinderen krijgen tijdens de voorstelling een fluistersteen (mineraal). Stenen hebben
iets van eeuwigheidswaarde. Ze blijven altijd en verraden nooit hun toegefluisterde geheimen, goede herinneringen en wensen.
Voor meer informatie: www.netwerkpalliatievezorg.nl/noordenoostflevoland.
“Als je niet meer beter wordt…”
Elk jaar krijgen 80.000 mensen in Nederland te horen krijgen dat ze niet meer beter worden en dat zij nog maar een beperkte tijd te leven hebben. Dat is het begin van een verwarrende en moeilijke periode met veel vragen. Om een antwoord te geven op die vragen, ontwikkelde de Second Chance Foundation videomateriaal dat op een website en op een dvd beschikbaar komt.
Op 10 oktober 2008 werd in Singer in Laren de eerste dvd “Als je niet meer beter wordt…” overhandigd aan prof. dr. Heleen Dupuis, hoogleraar medische ethiek, lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal. Op hetzelfde moment werd ook de website ‘gelanceerd’ waarop datzelfde videomateriaal staat.
In de 24 filmpjes vertellen acht terminale patiënten aan hun lotgenoten over de keuzen waarvoor zij geplaatst werden, de dilemma’s waarmee ze werden geconfronteerd en de beslissingen die zij moesten nemen.
Het zichtbaar en bespreekbaar maken van de dilemma’s die zich in de laatste levensfase voordoen en het aanreiken van ervaringen van anderen, zijn de handreikingen die het project biedt. De grondgedachte hierbij is dat dit kan helpen bij het maken van eigen keuzes, bij het ervaren van minder eenzaamheid en bij het vinden van zingeving om het leven zo goed mogelijk af te sluiten.
De site is te vinden: http://www.alsjenietmeerbeterwordt.nl
Meer informatie over de achtegrond van het project http://www.secondchancefoundation.nl
Film over verrijkende kanten van verlies
De documentaire `The Gifts of Grief` van Nancee Sobonya is beschikbaar gekomen met Nederlandse ondertiteling. In deze film vertellen verschillende mensen over het verlies van een dierbare en de uiteenlopende manieren waarop ze met het verlies omgaan.
In de film, die ongeveer 50 minuten duurt, vertellen onder meer schrijfster Isabel Allende, dominee Cecil Williams en monnik/Viëtnam-veteraan Claude AnShin Thomas over de verrijkende mogelijkheden en kansen die het verlies hen in het daaropvolgende leven opleverden. De film is voor 59 dollar te bestellen via www.giftsofgrief.com.
OM laat Needse huisarts eindelijk met rust
Het Openbaar Ministerie (OM) laat een Needse huisarts die ervan verdacht werd in 2005 zijn moeder vermoord te hebben eindelijk met rust. De huisarts had palliatieve sedatie toegepast. Het OM heeft het hoger beroep tegen de huisarts ingetrokken.
De huisarts had zijn moeder op haar sterfbed morfine, dormicum en pethidine toegediend. In de nacht die daarop volgde overleed ze. Volgens het OM was het moord, of poging tot moord. Het OM eiste een voorwaardelijke celstraf van een jaar. De rechtbank in Almelo sprak de arts echter in januari van dit jaar vrij. Daarop ging het OM in hoger beroep. Dat hoger beroep is nu afgeblazen. De advocaat van de arts heeft aangekondigd een schadevergoeding van 50.000 euro te zullen eisen.
In De Twentsche Courant Tubantia zegt de huisarts altijd vrijspraak verwacht te hebben: “Maar je kunt er nooit zeker van zijn. Als je met veel bombarie wordt beschuldigd van de meeste vreselijke dingen, wordt opgepakt en vastgehouden, weet je nooit wat er met je kan gebeuren. Het is altijd maar de vraag hoe er wordt geoordeeld.” De huisarts zat twee dagen vast.
Stel, je gaat dood…
In het Bronovo Ziekenhuis in Den Haag is gisteren het boek `Stel, je gaat dood, hoe regel je dan je leven?` van Pauline van Munster gepresenteerd.
Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan actrice Josine van Dalsum. Het boek wordt uitgegeven door uitgeverij Altamira-Becht in Haarlem.
Website over kinderen met kanker
De Vereniging Ouders Kinderen en Kanker (VOKK) heeft een website, brochure en telefoonlijn ontwikkeld voor ouders van een kind dat niet meer beter kan worden van kanker.
De website is te bekijken op het adres www.koesterkind.nl. De teksten zijn ook te lezen in de brochure `Koesterkind. Ons kind wordt niet meer beter`. Deze brochure kan via de VOKK besteld worden. De speciale contact- en informatielijn voor ouders is bereikbaar onder nummer 06-39105000.
Nieuwe directeur voor NVVE
Directeur Rob Jonquière, jarenlang het gezicht van de NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde), neemt in september afscheid van zijn functie.
Jonquière trekt zich terug vanwege het bereiken van de pensioensgerechtigde leeftijd. Op 29 oktober wordt officieel afscheid genomen van hem; op die datum wordt in De Rode Hoed in Amsterdam een symposium gehouden. Jonquière was meer dan 9 jaar directeur.
Jonquière`s opvolger heet Petra de Jong. Ze was jarenlang longarts in het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. De Jong heeft ervaring met euthanasie en is tot haar aantreden als NVVE-directeur nog SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland).
KNMG komt met cursus palliatieve sedatie
Bijna drie jaar nadat de artsenfederatie KNMG de richtlijn palliatieve sedatie presenteerde, biedt de artsenfederatie de artsen een cursus aan waarin de richtlijn wordt uitgelegd.
De KNMG constateert dat – ondanks de richtlijn – de discussie over palliatieve sedatie zowel medisch-ethisch als maatschappelijk en politiek gevoelig blijft liggen. Daarom organiseert de KNMG twee cursusdagen: op 18 september en 27 november. Slechts 20 artsen, verpleegkundigen of andere zorgprofessionals kunnen per keer de cursusdag volgen. Ze moeten er nog voor betalen ook: 250 euro voor KNMG-leden en 275 euro voor niet-leden.
In de cursus wordt allereerst een kader geschetst over medische beslissingen rond het levenseinde, zoals het weigeren van een behandeling, medisch zinloos handelen, handelen dat het leven onbedoeld verkort, euthanasie en het vrijwillig stoppen met eten en drinken. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie. Na de lunch wordt met behulp van stellingen, en casuïstiek gediscussieerd. Tot slot wordt ingegaan op valkuilen en potentiële problemen in de praktijk.
Voor aanmelding of vragen: congresbureau@fed.knmg.nl.
Basistraining voor herdenkingsbijeenkomsten
Het Zwolse opleidingsinstituut Windesheim biedt een tweedaagse training voor de organisatie van herdenkingsbijeenkomsten aan.
De training vindt plaats op 10 en 24 september. Na deze twee trainingsdagen hebben de deelnemers voldoende basisniveau om een herdenkingsbijeenkomst vorm te geven en erin te participeren. De deelnemers krijgen onder meer zicht op de beslissingen die moeten worden genomen rond werving, locatie, vormgeving en inhoud van de bijeenkomsten. Ook kennen zij een aantal bronnen voor vormgeving en inhoud (teksten, muziek, rituelen). De training wordt gegeven in Utrecht.
Voor meer informatie of aanmelding: www.windesheim.nl. U kunt ook bellen met het Informatiecentrum van Windesheim, 038-4699699.
Wie is er bang voor de dood?
Op de Parade in Amsterdam is tot en met zondag 17 augustus `Wie is er bang voor de dood?` te zien. In deze stand-up comedy over de dood worden bezoekers onder meer uitgenodigd de klassieker Waarheen, waarvoor uit volle borst mee te zingen.
In Wie is er bang voor de dood? spelen Alix Adams en Kim Scheerder twee begrafenisbegeleidsters, Marie-Jeanne en Carolien van Opshoorn. Volgens de recensente van het Theaterjournaal is het ‘een prachtige voorstelling, die niemand ongeroerd zal laten’.
Vrouwen blijven iets sterkere geslacht
Zowel mannen als vrouwen worden gemiddeld alsmaar ouder. De mannen halen de vrouwen echter wel steeds meer in. Dit blijkt uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek).
Meisjes die in 2007 zijn geboren worden gemiddeld 82,3 jaar, jongens halen gemiddeld 78 jaar. Het verschil tussen beide seksen wordt steeds kleiner. Vanaf 1980 is de levensverwachting van mannen met 5,5 jaar toegenomen, die van vrouwen 3,1 jaar. Het verschil wordt onder meer kleiner doordat mannen gezonder zijn gaan leven.
Expertisecentrum vertaalt wetenschappelijke artikelen
Om wetenschappelijke informatie over palliatieve zorg bij de artsen, verpleegkundigen en vrijwilligers te krijgen die die zorg daadwerkelijk verlenen, zijn 23 Engelstalige wetenschappelijke artikelen in het Nederlands gebundeld in het boek ‘Palliatieve zorg: Nederland en Vlaanderen in beeld’.
De 23 artikelen zijn geschreven door Nederlandse en Vlaamse auteurs en werden afgelopen jaren gepubliceerd in buitenlandse medische bladen. Zorgverleners lezen deze bladen nauwelijks, waardoor veel informatie niet ten goede komt aan de patiënten die zij begeleiden. Het boek moet daar verandering in brengen. Het boek is samengesteld door Luc Deliens, Bregje Onwuteaka-Philipsen en Michael Echteld. Zij allen zijn werkzaam bij het Expertisecentrum Palliatieve Zorg van het VU Medisch Centrum in Amsterdam.
De artikelen zijn onderverdeeld in vijf thema`s: problemen, behandeling en zorg, medische beslissingen rond het levenseinde, beleid en plaats van zorg, en zorg bij pasgeborenen en kinderen.
Het boek is verkrijgbaar via de boekhandel, ISBN 9789058981431 en kost 24,00 euro. Voor meer informatie: www.vumc.nl/epz.
Café Doodgewoon in Alkmaar
Voor professionals, vrijwilligers en mantelzorgers die bij palliatieve zorg betrokken zijn is er in Alkmaar iedere tweede woensdag van de maand Café Doodgewoon.
De avonden starten in september en worden gehouden in het hospice Alkmaar. De komende maanden gaat het om de data: 10 september, 8 oktober, 12 november en 10 december. De bijeenkomsten beginnen om half acht. Er is telkens een gastspreker aanwezig die over een onderwerp praat dat een verband heeft met palliatieve zorg. Het ontmoeten van elkaar en het uitwisselen van ervaringen staat echter centraal. Het Café gaat rond 22.00 uur dicht.
Hospice Alkmaar zit aan de Blanckerhofweg 13. Voor aanmelding kunt u bellen met Humanitas, 072-5407099.
Palliatieve adviesclub voor ministerie van VWS
Om de voortgang van het kabinetsbeleid op het gebied van palliatieve zorg in de gaten te houden is midden juni het Landelijk Platform Palliatieve Zorg geïnstalleerd. Vertegenwoordigers van diverse koepelorganisaties in de gezondheidszorg zijn de deelnemers aan deze adviesclub.
De koepelorganisaties heten ActiZ (thuis-, verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg), Agora (palliatieve zorg), de Associatie van high-care hospices, NPCF (patiëntenorganisatie), NPTN (palliatieve zorg), VIKC (integrale kankercentra) en VPTZ (vrijwilligers palliatieve zorg). Daarnaast zijn de kenniscentra palliatieve zorg, de coördinatoren van de regionale netwerken palliatieve zorg en Zorgverzekeraars Nederland vertegenwoordigd. ZonMw en de Inspectie voor de Gezondheidszorg maken ook onderdeel uit van de palliatieve advies- en praatclub, maar zijn slechts toehoorder.
De taken van het Platform zijn ‘het op hoofdlijnen uitwerken, monitoren en evalueren van het plan van aanpak palliatieve zorg 2008-2010’, schreef staatssecretaris Jet Bussemaker van het ministerie van VWS in het genoemde plan van aanpak. Jaarlijks bekijkt het Platform welke actiepunten in het plan van aanpak worden uitgewerkt, uitgevoerd of voortgezet. Het Platform geeft er vervolgens een advies over aan VWS. Ook informeren de partijen elkaar over ontwikkelingen, problemen, oplossingen en ervaringen.
NPV informeert over versterven
De Nederlandse Patiënten Vereniging start een publiciteitscampagne om de kennis over versterven te vergroten. Het – aan het eind van het leven – stoppen met (toediening van) eten en drinken wordt volgens de NPV vaak, en ten onrechte, als synoniem voor euthanasie gezien.
Uit onderzoek van de NPV bleek onlangs dat de helft van de ondervraagden een verkeerd beeld heeft van versterven. De NPV vindt het belangrijk dat mensen over versterven nadenken vóórdat zij er daadwerkelijk mee te maken krijgen. Ali van Dijk, coördinator van het NPV-Consultatiepunt: “We zien vaak dat mensen die met medisch-ethische dilemma’s te maken krijgen – zoals bij het starten of stoppen van het toedienen van vocht en voeding het geval kan zijn – nog moeten beginnen met nadenken over het onderwerp, terwijl de tijd en rust voor dat denkwerk op zo’n moment vaak ontbreekt. Mensen toerusten om hun standpunt vooraf te doordenken, is daarom belangrijk voor de NPV.”
Behalve met een landelijke advertentiecampagne, komt de NPV met een informatiepakket over versterven. De NPV hoopt dat de plaatselijke afdelingen aandacht aan het thema besteden. Op 20 september wordt op een themadag van de NPV een workshop gehouden over versterven.
Palliatieve zorg geen alternatief voor pil van Drion
“Meer investeren in palliatieve zorg is prima, maar niet als alternatief voor het niet investeren in de pil van Drion.” Deze boodschap heeft Roger van Boxtel, voorzitter van de raad van bestuur van zorgverzekeraar Menzis, afgelopen week gebracht tijdens het jaarcongres van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen in Amersfoort.
Van Boxtel herkent een lijn bij het kabinet waarin bij medisch-ethische vraagstukken de ene groep mensen iets wordt ontzegd omdat de andere groep mensen er tegen is. “Dat is wat mij betreft een ongewenste ontwikkeling. Mensen hóeven geen gebruik te maken van de mogelijkheden tot euthanasie of embryoselectie, maar ze mogen wel de kéuze hebben om er gebruik van te kúnnen maken,” aldus van Boxtel.
Uiteraard moeten daarbij alle vormen van zorgvuldigheid in acht worden genomen, zei de Menzis-topman: “Maar als de medische technologie menselijk leed kan voorkomen, vind ik dat mensen de toegang daartoe niet ontzegd mag worden. In mijn ogen moet de geestelijk verzorger er in deze situaties voor zorgen dat mensen een weloverwogen keuze maken en mensen vrij laten in de richting van de eigen keuze.”
Van Boxtel reageerde hiermee op het Kamerdebat dat afgelopen maand plaatsvond over de recente beleidsbrief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het stimuleren van palliatieve zorg in de periode 2008-2010. Met name de ChristenUnie gaf daarin aan dat het stimuleren van palliatieve zorg een alternatief zou zijn voor de mogelijkheden van levensbeëindiging op verzoek, gaf Van Boxtel aan. Op de website van de ChristenUnie schreef Kamerlid Esmée Wiegman: “Goede zorg en de geruststellende zekerheid dat er effectieve pijnbestrijding mogelijk is, kan de vraag naar euthanasie laten ‘oplossen`.” Dit moge een waarheid zijn in anecdotisch opzicht, wetenschappelijk bewijs hiervoor is er echter niet.
Geen speciale aandacht voor geestelijke zorg
Er dient geestelijke verzorging beschikbaar te zijn voor stervenden, maar de overheid gaat daar niets speciaals voor opzetten. Staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid gaf dit eind mei aan tijdens een commissievergadering over palliatieve zorg in de Tweede Kamer.
In verpleeg-, verzorgings- en ziekenhuizen is geestelijke verzorging meestal goed geregeld, zei de staatssecretaris. Voor mensen die thuis sterven moet de geestelijke zorg via de kerk of de gemeente georganiseerd worden. De staatssecretaris ging erop in na vragen van fractieleden van CDA, ChristenUnie en SGP. Volgens SGP-Kamerlid Van der Vlies moet er meer speciale aandacht voor geestelijke verzorging komen, omdat de helft van de bevolking helemaal geen relatie meer heeft met een kerk. Bussemaker rekent erop dat het Landelijk Platform Palliatieve Zorg, dat op 18 juni van start gaat, de nodige aandacht aan het onderwerp zal schenken. In het Platform gaan Zorgverzekeraars Nederland, de overheid, de Kenniscentra Palliatieve Zorg en (koepel)organisaties van patiënten/consumenten, professionele zorgverleners en vrijwilligers samenwerken.
Of burgerlijke gemeenten een rol kunnen spelen in de hulp aan stervende mensen, laat Bussemaker helemaal aan de gemeenten zelf over. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning kunnen colleges van B en W afspraken maken met kerken over het verlenen van geestelijke bijstand. De bewindsvrouw zal zich daar niet mee bemoeien.
Themakanaal Holland Doc: Mag ik Dood
Op zaterdag 24 mei, één week voor de uitzending van HUMAN op Nederland 2, gaat de documentaire Mag ik dood van Eveline van Dijck in première op het digitale kanaal Holland Doc.
Mag ik dood gaat in op het gebrek aan hulp voor chronisch psychiatrische patiënten met een doodswens. Naast deze documentaire toont het digitale kanaal Holland Doc in de week van 24 tot en met 30 mei verschillende andere films die ingaan op het onderwerp euthanasie waaronder de geruchtmakende IKON-documentaire Dood op verzoek.
Documentairemaakster Eveline van Dijck maakte Mag ik dood naar aanleiding van de zelfdoding van haar zus Cathma, die na jaren van psychiatrische behandeling niet meer wilde leven. De documentaire vraagt aandacht voor een menswaardig levenseinde voor chronisch psychiatrische patiënten die het leven ondraaglijk vinden en liever willen sterven. Hun hulpvraag om te komen tot een menswaardig levenseinde wordt echter maar sporadisch ingewilligd.
De documentaire Dood op verzoek van Maarten Nederhorst bracht in 1994 voor het eerst het onderwerp euthanasie onder de aandacht van het grote publiek en leidde wereldwijd tot grote opschudding. Zelfs de paus reageerde. Zonder de film gezien te hebben liet hij weten Dood op verzoek een ‘brute uitdaging en vernederende provocatie’ te vinden. De film gaat over Cees van Wendel de Joode, die lijdt aan een ongeneeslijke spierziekte. Hij heeft besloten dat hij wil sterven op een zelfgekozen moment. De documentaire volgt onder meer de bezoeken van de huisarts en de overwegingen van de dokter om mee te willen werken aan een verzoek om euthanasie. Ondanks het verbod van de paus aan alle katholieke landen om de film uit te zenden, werd Dood op verzoek uiteindelijk in 27 landen op televisie vertoond.
In Dag allemaal spreekt documentairemaker Jaap van Hoewijk met de kinderen en kleinkinderen van Marinus Deurloo die op 92-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Zijn familie blijft achter met veel vragen. Waarom maakte hij een eind aan zijn leven? Had hij het recht daartoe? En zou hij het hebben uitgesteld als er een pil van Drion was geweest?
Voor de driedelige documentaire Regie over eigen leven en sterven filmde Rob Hof bijna twee jaar lang op de afdeling oncologie van het Arnhemse ziekenhuis Rijnstate. Hij volgde daar zes patiënten vanaf de diagnose tot aan hun dood.
Nergens ter wereld zijn de dilemma`s rond de dood zo openlijk bespreekbaar als in Nederland. Maar dit maakt de vragen niet minder beladen. De Tegenlicht documentaire Slotakkoord, sterven in Nederland van Eugène Paashuis volgt de onderhandelingen tussen de arts, familie en patiënt in verpleeghuis Tabitha in Amsterdam.
Eveline van Dijck houdt voor Holland Doc een weblog bij waarop zij inzicht biedt in de ‘making of’ van de documentaire Mag ik dood. Deze weblog is te vinden op http://www.magikdood.nl Daarnaast is er op de website van Holland Doc een speciaal dossier aangelegd dat meer informatie en documentaires biedt.
Uitzending: vanaf zaterdag 24 mei tot en met vrijdag 30 mei op het digitale kanaal en www.hollanddoc.nl.
Vredehof Donatiefonds steunt Hospice Enschede met bijdrage
Met een bedrag van € 15.000,- ten behoeve van de inrichting van één cliëntenkamer, ondersteunt het Vredehof Donatiefonds het initiatief van Stichting Exploitatie Hospice Enschede ter realisatie van “Hospice Enschede”.
Reeds in 2003 heeft het toenmalige bestuur van Hospice Enschede zich tot het Vredehof Donatiefonds gewend met het verzoek een bijdrage te leveren aan de realisatie van een hospice. Enschede liep met deze ontwikkeling enigszins achter op hetgeen in de regio al gerealiseerd was op dit gebied en wilde deze achterstand graag met spoed wegwerken. Verschillende omstandigheden, vooral op het gebied van vergunningverlening, hebben een snelle realisatie van het Hospice in de weg gestaan. Stichting Vredehof ondersteunde de gedachte om te komen tot een volwaardige hospice faciliteit in Enschede van harte en heeft de aanvraag tot donatie daarom ook gehonoreerd. Uiteindelijk bleek het de eerste concrete toezegging voor een financiële bijdrage te zijn. Door de opgelopen vertragingen, lag de formele toekenning vanuit Stichting Vredehof daarom al enkele jaren “op de plank” te wachten tot de bouw zover gevorderd was dat tot uitreiking kon worden overgegaan.
Op woensdag 9 april zal om 14.00 uur een cheque ter waarde van € 15.000,- worden overhandigd aan de heer Thom Dijkman, voorzitter van Stichting Exploitatie Hospice Enschede en de heer Alfred Kats, secretaris / penningmeester van deze stichting, door de oud-voorzitter van Stichting Vredehof de heer J.A. Hofman. Dit omdat de heer Hofman nog slechts onlangs (per 1 januari jl.) als voorzitter is teruggetreden en wel via het Donatiefonds bij de toekenning en het vervolgtraject betrokken is geweest.
Vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid in de regio Twente heeft Stichting Vredehof (waaronder ook Vredehof Uitvaartverzorging valt), reeds enkele jaren geleden het Vredehof Donatiefonds opgericht, bestemd voor het ondersteunen van specifieke projecten die geïnitieerd worden in het kader van het levenseinde. Jaarlijks wordt een bedrag voor donatie vrijgemaakt, waarmee in de loop van de jaren al aan verscheidene projecten is bijgedragen, variërend van het ondersteunen van specifieke opleidingsactiviteiten op het gebied van overlijden en nazorg, tot hospice ondersteuningen, tot specifieke voorzieningen in verzorginghuizen.
Boekenweekkrant van VPTZ
Ter gelegenheid van de Boekenweek heeft de landelijke vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg een speciale krant uitgegeven: ‘Van menschen die voorbijgaan…’.
De krant, die door lokale organisaties in een oplage van meer dan 100.000 exemplaren wordt verspreid, haakt in op het thema van de Boekenweek: Van oude menschen……De derde leeftijd en de letteren. De Boekenweek begint 12 maart en eindigt 22 maart.
De krant draait inhoudelijk om de relatie tussen sterven, vrijwilligerswerk en literatuur. Diverse vrijwilligers hebben afgelopen jaren boeken geschreven over hun ervaringen. Enkele verhalen van hen zijn in de krant opgenomen. Ook staan er in de krant interviews met Marjan Berk (die ‘vrolijke stervensliteratuur’ schrijft) en enkele huisartsen. Zij vertellen over hun ervaringen met het vrijwilligerswerk.
VPTZ heeft de krant kunnen financieren door een donatie van enkele tienduizenden euro’s van de We Care Foundation. Dit is een initiatief van oud-studenten van de hotelscholen in Maastricht en Den Haag. Hotels en restaurants die aan de actie meedoen vroegen in het laatste kwartaal van 2007 per rekening één euro extra van de klant.
Bijzonder hoogleraar verliesverwerking
Namens de Landelijke Stichting Rouwbegeleiding (LSR) heeft de Universiteit Utrecht Margaret Stroebe benoemd tot bijzonder hoogleraar Verliesverwerking.
Haar aanstelling is ondergebracht bij de Faculteit Sociale Wetenschappen. Stroebe is reeds als onderzoeker en hoofddocent verbonden aan de vakgroep Klinische Psychologie van de Universiteit Utrecht .
Margaret Stroebe kan wetenschappelijk gerekend worden tot de absolute top op haar vakgebied. Zij heeft een groot aantal internationale publicaties op haar naam staan. Binnen de Universiteit Utrecht superviseert zij diverse onderzoeksprojecten en levert bijdragen aan postdoctorale seminars omtrent rouw.
Het onderzoek van Stroebe richt zich o.a. op interactieve coping van echtparen na de dood van hun kind, perinataal verlies, effecten van rouwtherapie en rouwbegeleiding en theoretische analyses van rouw en verliesverwerking, hechtingspatronen en verlies. In nauwe samenwerking met de LSR zal zij verder onderzoek gaan verrichten naar coping van diverse groepen nabestaanden en naar effecten en wensen op het gebied van rouwzorg.
Margaret Stroebe is co- auteur van de Handbooks of bereavement, waarvan binnenkort het derde deel verschijnt: Handbook of bereavement research and practice: Advances in theory and intervention. (Hansson, Schut, Stroebe M.S. & Stroebe, W.)
Voor meer informatie: www.verliesverwerken.nl
Wat zal ik zeggen?
Het Integraal Kankercentrum West heeft de folder ‘Wat zal ik zeggen, hoe kan ik helpen?’ uitgegeven. Hij is bedoeld voor mensen die in nabije kring te maken krijgen met een ernstige ziekte en niet weten wat te doen, hoe te reageren of troost te bieden.
De folder bevat tal van praktische tips en adviezen. Over hoe te luisteren, en het nut van het aanbod praktische taken over te nemen, zoals een keer koken of de hond uitlaten. Hoewel de folder in eerste instantie geschreven is voor mensen die met de ziekte kanker te maken krijgen, kan hij ook van nut zijn voor mensen uit de omgeving van iemand die een andere ernstige ziekte heeft. De folder is gratis aan te vragen bij het IKW via oz@ikw.nl of te downloaden van www.ikcnet.nl/ikw (onder ‘voorlichting’ en ‘IKW-uitgaven’).
Inititatief voor hospicekranten
Het bedrijf Docwork-Media uit Gouda biedt hospices aan een krant voor hen te maken die huis-aan-huis verspreid kan worden. Eind vorig jaar is een krant gemaakt voor het hospice in Nijkerk.
“Er speelden diverse doelen een rol bij de productie en verspreiding van de krant”, zegt initiatiefnemer Hans van der Veen van Docwork-Media. “Allereerst wilde men aandacht vestigen op de nieuwbouw van het hospice in Nijkerk, maar daarnaast was de krant ook bedoeld om donateurs en sponsors te werven en informatie te geven over palliatieve zorg.” De krant – die 20 pagina`s telde – werd gefinancierd door de opbrengsten van de advertenties. Het hospice had er geen kosten aan. Er werden 46.000 exemplaren verspreid.
Na Nijkerk hebben diverse hospices interesse getoond voor een eigen krant, zoals de hospices in De Ronde Venen, Leiden, Utrecht, Nieuwegein, De Bilt, Boxmeer, Sassenheim, Winschoten, Amerongen en Hoekse Waard. De krant in Nijkerk was overigens niet de eerste die Docwork-Media maakte. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van Hospice Midden-Holland (vorig jaar oktober) en de landelijke dag van de palliatieve zorg werd de eerste hospicekrant gemaakt. In die krant vertellen Van der Veen en zijn zus over hun persoonlijke ervaringen met Hospice Issoria in Leiden en hospice Midden-Holland in Gouda.
De hospicekranten van Gouda en Nijkerk zijn te bekijken op www.docwork-media.nl/hospice. Voor meer informatie: info@docwork-media.nl.
KNMG woedend over ‘De laatste slaap’
De artsenfederatie KNMG is niet blij met de publicatie De laatste slaap. Palliatieve sedatie: het alternatief voor euthanasie? van Rob Bruntink. Het boek verscheen afgelopen week.
In het persbericht stelt de KNMG: In het boek wordt de suggestie gewekt dat artsen gedurende de afgelopen tien jaar ‘ineens’ palliatieve sedatie hebben ontdekt en er op grote schaal misbruik van zouden maken. De KNMG vindt het verwerpelijk dat artsen onterecht verdacht worden gemaakt en dat de KNMG-richtlijn uit 2005 op deze manier ter discussie wordt gesteld.
In een reactie stelt de auteur in een persbericht van de uitgever dat de KNMG ten onrechte concludeert dat de auteur artsen beschuldigt en dat het boek duidelijk zou maken dat artsen op grote schaal misbruik maken van palliatieve sedatie. “Het boek beschrijft op basis van onderzoeksmateriaal dat de regelgeving rondom de toepassing van palliatieve sedatie niet altijd opgevolgd wordt. De onderzoeksgegevens daarvoor zijn hard: 64 procent van de artsen heeft op z’n minst genomen ook de intentie de dood te bespoedigen, dit is niet conform de richtlijn van de KNMG (nationale levenseinde-onderzoek 2007) en bijvoorbeeld in Amsterdam begint 50 procent van de artsen te vroeg in vergelijking met wat voorgeschreven wordt volgens de richtlijn. (onderzoek Palliatieve Helpdesk Amsterdam 2007). De KNMG oordeelt dat dit misbruik is en die kwalificatie komt voor rekening van de KNMG. Het boek geeft er géén oordeel over en doet juist een oproep tot discussie hierover: vindt onze maatschappij dit misbruik, of vindt ze dat niet?”
Toen de richtlijn palliatieve sedatie werd gepubliceerd stelde de KNMG met kracht dat palliatieve sedatie iets heel anders is dan euthanasie. Ook nu, drie jaar later en heel veel gevallen van palliatieve sedatie verder, sluit de KNMG weer de ogen voor de praktijk van haar leden, constateert Bruntink. “Die is lang niet zo eenvoudig als de KNMG ons wil doen geloven en vraagt om een brede discussie. Palliatieve sedatie is er belangrijk genoeg voor.”
De laatste slaap
Dinsdag 29 januari verschijnt het boek `De laatste slaap. Palliatieve sedatie: het alternatief voor euthanasie?`
De boekpresentatie vindt plaats in Amsterdam, in het pand van Uitgeverij Atlas aan de Herengracht. Vanaf 16.00 uur geven onder meer Kris Vissers (hoogleraar palliatieve zorg) en Rob Jonquière (directeur NVVE) een reactie op het boek. Het eerste exemplaar wordt uitgereikt aan Alexander Pechtold, fractievoorzitter van D66. Wie de bijeenkomst wil bijwonen, kan zich aanmelden via pramstel@amsteluitgevers.nl.
Rob Bruntink, hoofdredacteur van Pallium, het vakblad over palliatieve zorg, sprak voor het boek met tal van deskundigen: artsen en verpleegkundigen uit de palliatieve zorg, huisartsen met een gewone praktijk, ethici, geestelijk verzorgers en andere betrokkenen, zoals de directeur van de NVVE.
Specialisten uit de palliatieve zorg zijn zeer verbaasd over de hoge frequentie waarin artsen voor palliatieve sedatie kiezen en het gemak waarmee de overheid deze praktijk van ‘ongecontroleerde euthanasie’ accepteert. Hospice-arts Piet van Leeuwen: “Palliatieve sedatie is een heftige en misschien ook wat grove behandeling; moet een arts echt bij één op de tien sterfbedden zó drastisch ingrijpen?” Van Leeuwen zelf begeleidt ongeveer 120 stervenden per jaar. Hij past sedatie hooguit één keer per jaar toe.
Ook directeur Rob Jonquière van de NVVE heeft bedenkingen: ‘Artsen die onder het mom van palliatieve sedatie euthanasie uitvoeren mogen wat mij betreft allemaal naar het Medisch Tuchtcollege worden gestuurd.’ Bijzonder hoogleraar medische ethiek Henk Jochemsen vindt dat de Euthanasiewet ‘steeds meer op een wassen neus begint te lijken.’
Tot nu toe heeft het kabinet geen maatregelen genomen om het gebruik van palliatieve sedatie als doodversneller te beteugelen; de praktijk wordt gedoogd. Wat politieke partijen ervan vinden is evenmin bekend. Palliatieve sedatie lijkt een onderwerp waar de politiek niet meer omheen kan.
De laatste slaap, door Rob Bruntink, verschijnt op 29 januari 2008 bij uitgeverij Atlas. Prijs € 15,00, omvang 112 pagina’s, ISBN 9789058073716.
Verbetering samenwerking in eerstelijn is mogelijk
De samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen verbetert als zij in het begin van die samenwerking expliciet bespreken wie wat doet. Dit blijkt uit onderzoek dat uitgevoerd is in de regio Westelijke Mijnstreek (Midden/Zuid-Limburg) in opdracht van Orbis Thuiszorg.
Bart Smeets voerde het onderzoek uit: “Wanneer palliatieve zorg bij patiënten thuis verleend wordt heeft de kwaliteit van samenwerking een rechtstreeks effect op de kwaliteit en continuïteit van zorg. Daarom is een goede samenwerking van groot belang.”
Een goede samenwerking tussen huisarts en wijkverpleegkundige wordt vaak in de weg gestaan doordat de start van deze samenwerking niet adequaat verloopt, blijkt uit het onderzoek. “Hierbij gaat het dan in eerste instantie om het gezamenlijk benoemen van een zorgcoördinator en het onderling ter sprake brengen van elkaars taken en verantwoordelijkheden”, zegt Smeets. “Als dat voor beide partijen helder is, kan dit een sterk positief effect hebben op het verdere verloop van de samenwerking.”
Om de kwaliteit van het samenwerkingsmilieu verder te verbeteren is het belangrijk om het verpleegkundige aandeel in het zorgproces duidelijk in beeld te brengen. Dit kan namelijk erg onduidelijk zijn voor de huisarts aangezien er vaak veel verpleegkundigen bij een patiënt zorg verlenen en het voor de huisarts vaak niet duidelijk is met wie hij contact kan opnemen om het zorgbeleid ten aanzien van de patiënt mee te bespreken. Verder wordt het interdisciplinair evalueren van de zorg én de samenwerking regelmatig achterwege gelaten, terwijl hier juist de verbeterpunten voor een volgend samenwerkingsverband besproken kunnen worden.
De studie is gebaseerd op de Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) Palliatieve Zorg. Dit in 2006 gepubliceerde document geeft richtlijnen voor de samenwerking tussen eerstelijns zorgverleners tijdens het verlenen van palliatieve zorg. Smeets verrichtte zijn onderzoek voor zijn studie aan de HBO-V in Heerlen.
Vrijspraak Needse huisarts
Een huisarts uit Neede die ervan verdacht werd het leven van zijn moeder te hebben bekort is op vrijdag 4 januari door de Almelose rechtbank vrijgesproken. Tegen de man was een voorwaardelijke celstraf van een jaar geëist.
De 91-jarige moeder werd verpleegd in een verpleeghuis in het nabijgelegen Haaksbergen. In haar stervensfase diende haar zoon haar een pijnstiller en een sederend middel toe. Hij was altijd haar behandelend arts gebleven. Volgens Justitie was hierbij sprake van moord, omdat de vrouw geen uitdrukkelijk verzoek tot levensbeëindiging had gedaan.
De zaak speelde in maart 2005.