Ze wilde geen kijkuur na haar overlijden. Alleen de kinderen. Meer niet. Zoals bij haar man. Hij was verzorgd door de verpleging. De ochtendzon scheen door de zonwering. Samen met haar kinderen had ze rondom hem gestaan. Een serene stilte. Een kaars die brandde. Zo was het goed geweest.Geen kijkuur. Ze was onlangs zelf naar zo een kijkuur geweest. “Vroeger werd er in katholieke kring gebeden, maar nu wist niemand raad. Ik zat naast een oude bekende, een aardige man. Niemand zei iets en toen gingen we maar over de vacantie praten. Er was ook niet gedacht aan muziek of de mogelijkheid om iets te schrijven over de overledene aan de naasten. Het was zo kaal.”
Vaak is het nog mogelijk om voor de uitvaartdienst de overledene te zien. Daarna volgt het sluiten van de kist. Voor dat moment schreef ik de tekst: bij het sluiten van de kist. Het is zoeken naar nieuwe rituelen: woorden en gebaren die kaalheid en zinloze verlegenheid voorkomen. Het sluiten van de kist kan samen met de uitvaartleider in stilte gebeuren. Het is een geladen moment.
De tekst bij het sluiten van de kist kan aansluiten op die stilte.
Het huis van je lichaam
zal hier niet meer gezien worden
Je ogen zullen ons niet meer aankijken:
Mag je nu gezien worden
door de Eeuwige die ook ziet wat wij
niet zagen.
Je oren zullen ons niet meer horen:
Mag je nu gehoord worden
door de Eeuwige die beter hoort
dan we onszelf kunnen horen.
Je mond zal niet meer spreken.
Mag het verhaal van je hart,
wat je het meest bezielde,
door ons worden doorverteld.
Je handen zullen ons niet meer aanraken.
Mogen ze vrede vinden.
Mag je gedragen worden op de handen
van de Eeuwige die je verwacht.
Je voeten hebben sporen nagelaten.
je hebt jouw eigen indruk op ons gemaakt.
mogen wij de weg verder kunnen gaan
die onze weg is.
Het huis van je lichaam
zal hier niet meer gezien worden.
Je kracht, je bezieling,
sluiten we in ons hart.
Je naam sluiten we niet uit,
maar krijgt een plaats in ons herinneren.
Uit: Woorden in de stilte, Marinus van den Berg, Uitgeverij Kok, Kampen