Zorgverleners hebben vaak moeite met zorgvragers die de regie in handen willen houden. Het zijn vaak zorgverleners die óók zelf graag de regie in handen hebben of graag de regie van anderen overnemen.
Dit verhaal gaat over Lex. Lex is een geboren en getogen Rotterdammer. Hij is rechtstreeks in zijn communicatie, maar ook goudeerlijk. Hij heeft het één en ander in zijn rugzak zitten. Geen kattepis, als het gaat om ingrijpende levensgebeurtenissen. Hij heeft er oog voor dat iedereen een rugzak te dragen heeft en als hij kan helpen dragen dan doet hij dat.
Hij heeft het niet zo op mensen of op woorden – hij heeft er een schokkend voorbeeld van – die stenen aan die rugzak toevoegen. Een woord kan een steen zijn die een wond brengt en waarvan het litteken in de ziel blijft. Hij heeft oog voor de kwetsbaarheid van mensen.
Hij heeft het ook niet op mensen die hem toespreken alsof hij een kind is. Hij is nu afhankelijk van zorgverleners en voelt precies aan wie op een volwassen toon met hem spreken en bij wie hij het gevoel krijgt dat hij moet bedelen om te krijgen wat noodzakelijk is. Hij vertelt een voorbeeld over het op tijd krijgen van de medicatie. Het geeft hem extra stress als die ene persoon werkt, die strakke regels voor laat gaan. Hij zal zolang mogelijk zichzelf zelfzorg geven, maar het wordt wel moeilijker. Hij vertelt me over het wassen van zijn hoofd met één hand, maar de tijd komt dat hij dat ook niet meer kan.
Lex is een uitdaging voor zorgverleners die dat graag van hem overnemen. Je hebt overnemende regisseurs die tegen het overheersen aanzitten. Je hebt ook informerende regisseurs: als je het zo doet kost het minder inspanning – wassen met een hand is een tip van een ergotherapeut waar hij dankbaar voor is. Je hebt ook kameraadschappelijke regisseurs. Ze laten je niet allereerst voelen dat jij het niet meer kunt, maar ze voelen dat het niet eenvoudig kan zijn om zorg toe te laten. Ze gaan naast je staan zodat je je geen verliezer maar wel gesteund voelt. Ze leggen je niet hun tempo op maar gaan zo mee in je tempo dat je niet in vernederende situaties terechtkomt. Ze kijken vooruit maar kijken tegelijk naar jou. Ze hebben door dat regie en autonomie geen tegenstellingen zijn, geen concurrenten, maar bondgenoten. Je voelt dat je als persoon gezien wordt en blijft.
Zorgverleners zouden vaak zorgvragers moeten zijn.