Ineens was ze er. In het pad, achter ons huis. Ze liep met me mee, draaiend rondom mijn voeten. Mee naar de voorkant van ons huis. Mee naar binnen. Ze stal mijn hart, direct. Soulmates, zoiets, voor zover dat kan met een kat.
Ik geleide haar weer naar buiten. Ze is vast van iemand in de buurt. Dacht ik. Na een paar dagen stond ze er weer. Ik had het thuis al gemeld: ‘Als ze terugkomt, dan mag ze blijven’. Niemand sputterde tegen. Ze was er weer. Zou ze blijven? Een rondvraag in de buurt leerde in ieder geval dat ze ‘van niemand was’. De enige naam die we haar konden geven, die recht deed aan hoe het voelde, was Maybe: misschien. Misschien zou ze blijven.
Na een paar weken durfden we het iets los te laten. Durfden we te denken dat elke keer als ze naar buiten ging, ze wel weer terug zou komen. Terug bij ons. Thuis. En ze kwam terug, steeds opnieuw. Elke dag weer. Na een paar maanden lieten we haar steriliseren. Dat durfden we aan, Maybe zou blijven, dat wisten we wel zeker. Bijna zeker.
We wilden ook zo graag dat ze bleef. Na lange tijd twijfelen, nemen we wel of niet nog een kat, doorbrak zij die twijfel. En hoe. We hebben vele katten gehad samen, maar Maybe was een topper. Lief, schattig, aaibaar, aanhankelijk. Ze liep mee als je op de fiets weg ging. Het pad achter door, daar waar ik haar voor het eerst zag. Daar waar ze ons uitkoos. Want zo voelde het eigenlijk wel. Ze had ons uitgekozen. Ze wachtte op je tot je terug kwam, in datzelfde pad. Ze kwam op schoot ’s avonds, knorrend en kopjes gevend. Met die ene gekke tik: altijd beet ze eerst even zachtjes in je kin, pas daarna vleide ze zichzelf neer.
De maanden gingen voorbij. Maybe bleef maybe, maar voelde steeds meer als ‘Definitely’: zeker weten.
Tot 11 juli. Ergens in de avond ging ze op pad. Zoals altijd. Ze was graag buiten. De volgende ochtend was ze nog steeds weg. In de eerste weken gebeurde dat soms ook. Het was nog niet echt verontrustend. Maar toch. De dagen die volgden bleef ze weg. De dagen werden weken. We belden de dierenambulance. ‘Nee, we hebben geen kat gevonden die aan uw beschrijving voldoet’.
Misschien was ze terug naar waar ze ooit vandaan kwam? Die gedachte hield ik vast. Andere gedachten drukte ik weg. Tot we op de site van de dierenbescherming een beschrijving van een gevonden kat zagen, die akelig leek op Maybe. Een dood gevonden kat. We belden, en kregen foto’s gemaild. Het was absoluut Maybe. Definitely Maybe.
Is de dood van een dier anders dan van een mens? Ik weet het niet. Ik weet alleen wat ik voel. Dit was misschien een kleine dood. Een kleine dood, met een grote impact.