Om het moment van sterven te bespoedigen, kan een ernstig zieke er bewust voor kiezen met eten en drinken te stoppen. Dat kan geleidelijk, maar ook op één bepaald moment.
Door het lichaam vocht en voedsel te onthouden, gaat het lichaam de eigen reserves aanspreken. Afhankelijk van de conditie, sterft iemand doorgaans binnen één à twee
weken. Als hij af en toe nog wat water drinkt, kan het iets langer duren (meerdere weken). Veel mensen hebben een negatief idee over deze manier van sterven. Als dit proces echter gepaard gaat met goede begeleiding en verzorging, kan het tot een rustige en zachte dood leiden. Dat heeft het menselijk lichaam grotendeels aan zichzelf te danken: door te vasten maakt het endorfine aan. Dit zorgt voor een prettig gevoel. Op den duur komt daar een zekere sufheid bij. Ook deze conditie voelt vaak aangenaam.
Goede voorbereiding
Het besluit om het levenseinde te bespoedigen door te stoppen met eten en drinken, kan niet zomaar worden genomen. Het vraagt om een goede voorbereiding en ondersteuning van zorgverleners. Anders is de kans dat de zieke het doel – rustig sterven – haalt, niet zo groot. De voorbereiding kan bestaan uit een gesprek met de naasten en de huisarts of het invullen van een wilsverklaring. Daarin omschrijft de zieke welke behandelingen hij niet meer wil.
Als het sterven nabij is, kan de zieke onrustig of verward gedrag gaan vertonen. De situatie wordt, met name voor een naaste, erg moeilijk als de zieke juist in die periode om drinken vraagt. Geef je hem te drinken, dan slaagt zijn voornemen niet. Geef je hem geen drinken, dan is het risico op een schuldgevoel bij de naaste nogal groot. Begeleiding bij dit proces is daarom van belang. Het is ook om die reden dat een patiënt die voor deze weg kiest, wordt gevraagd vooraf een behandelverbod te ondertekenen, met daarin het verbod om eten of drinken te geven. Dat maakt het ook voor de naasten duidelijk.
In sommige kringen wordt het stoppen met eten en drinken om de dood te bespoedigen als zelfmoord gezien. Juridisch kijkt men er echter anders naar. Voor de wet is het vergelijkbaar met het weigeren van antibiotica of beademing, waardoor het overlijden volgt.
Uitvoering van een doodswens
In het vakblad Pallium publiceerde psychiater Boudewijn Chabot een casus over iemand die zijn sterven had beïnvloed door met eten en drinken te stoppen:
Emiel besloot het initiatief te nemen om zijn sterven te bespoedigen. Hij ging op bed liggen en weigerde alle hapjes en drankjes die werden langsgebracht. Dat gaf paniek in het verpleeghuis. Hij had zo goed toneel gespeeld en met niemand over zijn doodswens gesproken, zodat niemand er iets van had gemerkt. Huisarts en directie gingen opnieuw samen in gesprek. Op aandringen van de huisarts besloot Emiel uit bed te komen en weer te gaan drinken om iedereen de tijd te geven zijn verzorging nu daadwerkelijk te regelen.
Een week later was het zo ver. Uit de mond van een enkele vertrouwenspersoon die hij tot zijn sterfbed toeliet, tekende ik dit op:
Dag 1— Emiel eet niets, maar drinkt, verspreid over de dag, nog circa drie of vier koppen water.
Dag 2— Vandaag in totaal nog anderhalve kop water gedronken. De verzorgenden zijn door directie en huisarts geïnformeerd.
Dag 3— Hij gebruikt elk uur een handvernevelaar (kleine plantenspuit) met water om de mond te bevochtigen: met 3 pufjes krijgt hij ± 2 cc water binnen. Verder drinkt hij niets. Een verpleegster leert hem het gebruik van oralbalance (kunstmatig speeksel in gelvorm) om uitdroging van de mond te voorkomen.
Dag 4 — Dorst is draaglijk. Hij komt nog uit bed en is blij met het vertrouwde bezoek.
Dag 5— Ligt nu steeds op bed, gaat nog wel naar toilet. Spreken gaat moeilijker, bewustzijn blijft helder.
Dag 6— Geëmotioneerd neemt hij afscheid van enkele zeer dierbaren.
Dag 7— Afgelopen nacht is hij bij toiletbezoek gevallen en gemeen op zijn rug terechtgekomen. De huisarts dient een pijnstiller als zetpil toe (de verpleging weigert dit) maar de pijn blijft. Meneer kijkt helder uit zijn ogen maar is nog slechter verstaanbaar. Hij wil echter niets drinken en gebruikt de vernevelaar spaarzaam. Hij zegt nu snel zwakker te worden.
Dag 8 — Als de huisarts langs komt vraagt Emiel om nu in slaap gebracht te worden: ‘Ik heb nu toch wel duidelijk gemaakt dat het mij menens is. dat ik niets meer zal drinken. Ik heb nog steeds pijn in de rug.’ De huisarts wilde nog geen Dormicum of morfine geven maar daarover eerst overleggen. Hij liet temazepam en oxazepam in eigen beheer achter.
Dag 9— Emiel spreekt niet meer maar herkent de vertrouwde bezoeker. De huisarts plakt een morfinepleister (Durogesic 12,5) op zijn buik.
Dag 10— Hij is niet meer wekbaar. Dierbaren waken om beurten.
Dag 11— Vroeg in de ochtend is hij overleden.
Op deze website staat uitgebreide informatie over een andere casus rondom het stoppen met eten en drinken om het overlijden te bespoedigen.