Jaarlijks overlijden rond de 50.000 Nederlanders aan de gevolgen van kanker (ongeveer één-derde van het totale aantal sterfgevallen). De palliatieve fase start doorgaans als er sprake is van uitzaaiingen.
Kanker is een verzamelbegrip. De meest voorkomende vormen zijn borst-, long-, darm- en prostaatkanker. De helft van alle nieuwe kankerpatiënten die er jaarlijks bijkomen lijdt aan één van deze aandoeningen. Andere veel voorkomende vormen zijn huid-, blaas- en lymfklierkanker, kanker in het hoofd-halsgebied, maagkanker en alvleesklierkanker. De overlevingspercentages (vijf jaar na de diagnose) variëren sterk. Van borstkanker ligt dit percentage op ongeveer 80, bij longkanker op 10-15, bij darmkanker op 50-55 en prostaatkanker op 60 procent. De ziekte treft vooral ouderen. Tweederde van de vrouwen die voor het eerst met kanker worden geconfronteerd is 60 jaar of ouder, bij mannen is dat zelfs driekwart. Bij ongeveer tien procent van alle patiënten wordt meer dan één keer de diagnose kanker gesteld.
Verloop van de palliatieve fase
Afhankelijk van het soort kanker en de uitgebreidheid van de ziekte kan de behandeling in eerste instantie bestaan uit een operatie, bestraling, chemotherapie, hormonale behandeling, immunotherapie of een combinatie van deze behandelingen. Welke behandeling gegeven zal worden, wordt per individu beoordeeld. Het succes van de behandeling is van persoon tot persoon verschillend. Wannéér en hoe de palliatieve fase verloopt, is afhankelijk van vele factoren, zoals leeftijd, algehele lichamelijke conditie, vorm en aard van de kanker. Er zijn vormen van kanker die zich heel traag ontwikkelen en waarbij het soms wel jaren kan duren voordat er van achteruitgang sprake is. Dát er achteruitgang is, is echter altijd een onomstotelijk feit. In de laatste levensfase lijken de problemen die aan de orde kunnen komen steeds minder duidelijk toegeschreven te kunnen worden aan de specifieke, primaire diagnose. Er bestaan aanwijzingen dat er sprake is van een gemeenschappelijk laatste ziektetraject (‘common terminal pathway’). Met andere woorden: de laatste levensfase van iemand met borstkanker verschilt qua klachtenpatroon niet zoveel van de laatste levensfase van iemand met maagkanker.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent. Verwerkingsproblematiek, bij zowel patiënt als naasten, krijgt in de behandeling steevast een plaats. Daarbij is evenmin relevant wat de specifieke, primaire diagnose was.
Het bestrijden van klachten en symptomen is in palliatieve zorgverlening belangrijker dan het bestrijden van de onderliggende ziekte. Onderzoek doen naar de meest succesvolle interventies is bij deze patiëntengroep echter niet eenvoudig. Op welke wijze de klachten en symptomen het best bestreden kunnen worden, is dan ook deels evidence based, deels experience based. De meeste klachten en symptomen die veelvuldig voorkomen bij patiënten met kanker kunnen worden behandeld.
Rust
Bij het vorderen van de tijd, kan het zieken rust geven om zich voor te bereiden op de nabije toekomst. De één maakt een testament, de ander stelt een wilsverklaring op en weer een ander denkt na over zijn/haar wensen rondom de uitvaart. Op deze pagina worden nog meer suggesties aangereikt voor taken die rust kunnen geven. Sommige uitvaartondernemers bieden vrijblijvend en kosteloos voorgesprekken aan. In die voorgesprekken kun je inspiratie vinden voor je uitvaart. Ook kun je kennismaken met de ondernemer die later met jouw nabestaanden de uitvaart gaat vormgeven. Een uitvaartondernemer die dit graag aanbiedt is Amstel Uitvaarten. Hoewel de naam misschien anders doet vermoeden, is dit een uitvaartondernemer met een landelijk werkgebied. Je kunt een afspraak maken via telefoonnummer 088 605 1210.